Het is alweer april 2016. De tijd
vliegt. Het is al bijna een jaar geleden dat er een einde kwam aan de grote
Ebola epidemie in Liberia. Er zijn nog wel wat andere Ebola gevallen geweest na
die tijd, maar dat bleef beperkt tot hooguit een handvol. Ook twee weken geleden hoorden we weer van een aantal nieuwe gevallen. Gelukkig bleef het daarbij; nu horen we niets meer. Ebola heeft een grote
stempel achtergelaten op Liberia en nog steeds ontkom je niet aan de gevolgen
daarvan. Nog steeds wordt het straatbeeld gesierd door grote en kleinere
billboards met teksten zoals: ‘Geef Ebola geen kans’ of ‘Ebola is nog steeds aanwezig’
of ‘Pas op voor Ebola’. Veel winkels en kantoren hebben nog een emmer bij deur
staan waar men geacht wordt de handen te wassen. Een aantal Ebola behandel
centrums zijn afgebroken, maar bij ons op de campus/ compound is het Ebola
centrum nog steeds ‘actief’. Klaar om in actie te komen, mocht er weer een
Ebolageval opduiken.
Ondanks de waarschuwing om 'bush meat' te vermijden wordt nog dagelijks vlees uit het oerwoud langs de weg verkocht..... Ebola wordt schijnbaar voornamelijk verspreid door apen en vleermuizen, maar toch...
Mensen praten er ook nog veel over en dan
met name de expats (de westerlingen/ blanken) die hier tijdens de
Ebola-uitbraak gewerkt of gewoond hebben. Veel mensen, blank of zwart, hebben een
trauma en verscheidene organisaties bieden hulp aan om de mensen hun trauma te
verwerken.
Pas geleden was ik in Foya, in het
noorden van Liberia. Ik had een team van One Body One Hope naar Foya gevlogen en in de middag vlogen we weer terug naar Monrovia. Dit team is
betrokken bij een weeshuis in deze stad. Dit weeshuis is vorig jaar gestart en
de wezen zijn allemaal Ebola-wezen. Hun ouders zijn overleden als gevolg van de
Ebola. Op dit moment biedt het weeshuis onderdak aan 32 weesjes, maar als ze de
mogelijkheden hadden konden ze gemakkelijk nog 100 andere Ebola wezen helpen. Waar
die 100 wezen nu zijn, weet ik niet, maar gemakkelijk zullen ze het niet
hebben.
Het is goed om te zien dat deze 32 kinderen
een goed dak boven hun hoofd hebben, eten krijgen, elke dag naar school kunnen
en een goede christelijke opvoeding krijgen. Elk van de kinderen wordt
gesponsord door een familie in de USA. De kinderen hebben het goed vergeleken
met andere kinderen, maar nog steeds moeten ze nog zoveel missen. De kinderen
slapen met 9 op een kamer; 3 per matras. Geen bedden, geen kast. Je merkt dat
ze veel aandacht moeten missen. Graag willen ze even op schoot zitten of een
aai over hun hoofd.
Het team dat ik vandaag vlieg komt uit de
USA en heeft cadeautjes meegenomen voor de kinderen. Dolblij zijn ze met een
klein autootje, een knuffel of een stuiterbal. Ook het snoep wordt gretig naar
binnen gewerkt
Een aantal weken geleden ben ik met een ander
team van dezelfde organisatie naar een Ebola begraafplaats gegaan in dezelde
plaats Foya. Indrukwekkend om te zien. Samaritan’s Purse, een andere
hulp-organisatie, heeft deze begraafplaats zojuist opgeknapt. Voor die tijd
stond op elk graf een simpel houten kruis en was de begraafplaats helemaal
overgroeid met metershoog gras en struiken (en dat na minder dan een jaar; het
oerwoud groeit snel). Nu is elk graf voorzien van een steen met een naam daarin
gebeiteld. Er wordt mij verteld er in de meeste graven meer dan 1 persoon
begraven is. Hun naam wordt niet vermeld op de steen en is onbekend. God alleen
kent hun naam. Op een steen staat ‘Baby – one day old’. Woorden schieten
tekort.